LJN BV6416: Gerechtshof Leeuwarden, 21 februari 2012

Appartementsrecht. Vordering van de VvE tot betaling van de in de vergadering van de VvE vastgestelde financiële bijdragen. Beroep op nietigheid van de betreffende besluiten verworpen. Beroep op verjaring ten aanzien van deel van de vordering gehonoreerd.

Uit artikel 2:14 BW volgt dat een besluit van de Vergadering van Eigenaren, in strijd is met de statuten, nietig is, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Uit artikel 2:15 BW volgt dat een besluit waarvan de totstandkoming in strijd is met de bepalingen daarover in de statuten (oproeping, stemverhouding, quorum, etc) vernietigbaar is.

Een procespartij zal zich steeds goed moeten bedenken om welk type “strijd met de statuten” het gaat.  Processueel zijn er een aantal verschillen tussen de beide procedures. Is het besluit vernietigbaar dan

  • is de “vervaltermijn” van een maand na kennisname van het besluit uit artikel 5:130 BW van toepassing (en niet de normale verjaringsregeling);
  • is de Kantonrechter bevoegd (en niet de Sector Civiel bij de Rechtbank);
  • wordt geprocedeerd in een verzoekschriftprocedure (en niet in een dagvaardingsprocedure);

Met name het laten verlopen van de vervaltermijn zal ernstige gevolgen voor de procespositie hebben.

Dat was ook aan de orde in deze casus voor het Gerechtshof Leeuwarden. Een eigenaar die klaagt dat hij niet is uitgenodigd voor een vergadering waarbij de voorschotbijdrage is vastgesteld, vist achter het net omdat hij dat had moeten doen binnen vier weken nadat hij van het besluit kennis heeft genomen of heeft kunnen nemen.

Overigens heeft de VVE ook bijdragen laten liggen. Kennelijk was een behoorlijk deel van de te incasseren voorschotbijdragen inmiddels al wel verjaard. Dat zou overigens een punt van aandacht kunnen zijn voor de andere eigenaren, omdat het laten verjaren van dergelijke vorderingen onder omstandigheden wel mag worden aangerekend aan  het bestuur.

Tagged with:
 

Comments are closed.